Zaken doen op z'n Spartaans, december 2020
15 Column Ruud van Os, Chef Sport RTV Rijnmond Sportpark Pim Doesburg ‘Zitten ze goed?’ Hij heeft me die vraag door de jaren heen meerdere keren gesteld. Als ik als bijna tiener vol trots naar mijn nieuwe voetbalschoenen kijk, is het Pim Doesburg die controleert of ik wel de juiste maat heb gekozen. 687 Eredivisie-wedstrijden, waarvan 471 voor Sparta, speelde hij. Zou hij dan een beetje verstand van voetbalschoenen hebben? Ja toch! Niet dan? Dus neemt mijn vader me één keer per jaar mee naar de Noordmolenstraat in Rotterdam-Noord, naar Sporthuis Pim Doesburg. Natuurlijk hoop je dan dat je de nieuwste Adidasjes krijgt, maar tegelijkertijd is er ook de hoop dat je wordt geholpen door de man die je een paar dagen eerder op Het Kasteel nog vier tegendoelpunten zag voorkomen. Anno 2020 mag hoop dan voornamelijk worden gezien als uitgestelde teleurstel- ling, in de jaren ‘70 en ‘80 is er voor mij in Sporthuis Pim Doesburg nooit sprake van teleurstelling: ik krijg steevast mooie nieuwe kicksen en mijn held strikt de veters. Denkend aan Pim Doesburg, ontkom je niet aan 6 november 1977. Acht jaar jong ben ik dan en ik weet nog precies waar ik zit op oude eretribune; naast m’n opa, die getooid met een rood-zwarte pet de kaartjes contro- leert van de notabelen die het ere-terras op willen. We staan 2-1 achter tegen FC Twente. Rob van der Meer heeft voor ons gescoord, nadat Arnold Mühren dat twee keer voor de Tukkers deed. In de blessuretijd krijgen we nog een hoekschop en dan gebeurt wat ik nog nooit heb gezien: onze keeper gaat mee naar voren in de hoop de gelijkmaker te forceren. Pim Doesburg, wie anders, is het die die noviteit voor Spartanen introduceert. Hij springt op de strafschopstip nerveus op en neer, in afwachting van wat komen gaat. Die nervositeit herken ik wel uit andere situ- aties, maar nooit staat hij dan zo dichtbij de keeper van de tegenpartij. Als de hoekschop wordt genomen beweegt Pim naar de eerste paal. Ondanks oer-verdediger Niels Overweg in zijn nabijheid, weet hij toch bij de bal te komen. Daar waar Pim het zwart-witte gevaarte normaalgesproken snel en stevig tegen de borst drukt zet hij nu keihard zijn uit beton gehakte hoofd er tegen. De rest is geschiedenis: Pim Doesburg kopt op de paal en is daarmee voor mij voor altijd de maker van het mooiste doelpunt dat nooit is gescoord. We verliezen van FC Twente en toch ga ik niet somber naar huis, want zojuist heb ik een bijna-mirakel gezien dat voor de 14.000 toeschouwers toch ook als een mirakel aanvoelt. Terug naar Sporthuis Pim Doesburg. Die naam was een begrip in Rotterdam. Vandaar mijn pleidooi voor Sportpark Pim Doesburg. Zelfde intonatie, perfect eerbetoon voor de oer-Spartaan die we op 18 november voorgoed verloren. Want van de naam Sportcomplex Nieuw Terbregge wordt echt niemand vrolijk. De club van stand die wij zijn, de club die haar historie koestert, hoort eigenlijk al 20 jaar geleden bij de opening van het complex een goede naam paraat te hebben en hoort geen genoegen te nemen met alleen een eervol adres (Bok de Korverweg). Ik weet, ik moet nog even geduld hebben, want Sparta wil eerst het stadion en het jeugdcomplex verbouwen, voordat het overgaat tot het vernoemen van een plek naar Pim Does- burg. Toch heb ík mijn keuze al gemaakt en zal daarom de naam Nieuw Terbregge nooit meer gebruiken. SPARTA ROTTERDAM • ZAKEN DOEN OP Z’N SPARTAANS • DECEMBER 2020
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=